Collega’s Dennis van Soest en Casper Stelling schreven het volgende artikel over thuiswerken voor en na de coronacrisis. Met als hoofdvraag: een jaar na corona: zijn we terug bij af en de winst in het verkeer kwijt?
De coronacrisis zorgde voor een opschudding in de manier van werken: iedereen die het kon werd geacht thuis te werken, overleggen vonden online plaats en thuiswerkplekken werden ingericht. Dit had een grote impact op de weg, waar het verkeer drastisch afnam en er nauwelijks meer files waren. De aanscherpingen of versoepelingen van de coronamaatregelen hadden een duidelijke invloed op ons mobiliteitsgedrag. Waar sommigen bij de versoepelingen gelijk weer het verkeer in doken, hadden anderen het thuiswerken omarmd.
Inmiddels zijn we al één jaar verder na het opheffen van de laatste coronabeperkingen in Nederland. Het is duidelijk niet meer zo rustig op de wegen als tijdens de coronacrisis. Werknemers gaan terug naar kantoor en werken fors minder thuis. Files zijn weer dagelijkse kost op veel wegen. De hoop dat corona tot grote blijvende veranderingen heeft geleid in het verkeer lijkt vervlogen. Zijn we daarmee terug bij af? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag worden de uitkomsten van het Landelijk reizigersonderzoek gebruikt. Dit voert MuConsult jaarlijks uit in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. In dit onderzoek wordt een groot aantal werknemers bevraagd over hun reis- en werkgedrag.
60% meer thuiswerkers
Ten opzichte van 2019, voor corona, zijn er fors meer werknemers die minstens één dag in de week thuiswerken en dat lijkt zich redelijk te stabiliseren. Voor corona werkte iets minder dan een kwart van de medewerkers één of meer dagen in de week thuis. In april 2020, toen de coronacrisis net was uitgebroken en er zware beperkingen golden, steeg dit naar bijna 70%. In oktober elk jaar daarna, een moment waarop maatregelen versoepeld waren, bleef dit aandeel rond de 35-40%, ongeveer 60% meer dan voor corona.
90% meer thuiswerkdagen
Hoewel het aandeel thuiswerkers redelijk stabiel lijkt, is het gemiddeld aantal dagen dat wordt thuisgewerkt de laatste jaren afgenomen. Het thuiswerkaandeel (gemiddeld aantal thuiswerkdagen ten opzichte van het gemiddeld aantal werkdagen per week) lag dit aandeel in oktober 2022 nog 90% hoger dan in 2019. Gemiddeld wordt er onder alle medewerkers 0,9 dagen per week thuisgewerkt, als we enkel naar thuiswerkers kijken ligt het gemiddelde op 2,4 dagen per week.
20% minder woon-werkreisdagen
Het aantal thuiswerkdagen zegt niet alles: naast het aantal thuiswerkdagen lag ook het aantal werkdagen hoger in april 2020. Waarschijnlijk is dit te wijten aan het hoge aandeel thuiswerken in combinatie met andere corona-gerelateerde maatregelen zoals thuisonderwijs, waardoor grenzen tussen werk en privé vervaagden en er relatief vaak ook in het weekend werd gewerkt. Daarmee kwamen er meer werkdagen, maar werd er minder per dag gewerkt. Met betrekking tot mobiliteit is het daarom relevanter om de focus te leggen op het aantal werkdagen waarop iemand niet thuiswerkt. Dit zijn de dagen waarop gereisd wordt.
Onderstaande grafiek laat de index van het aantal woon-werkreisdagen zien ten opzichte van de situatie voor corona. Dan zien we dat er in oktober 2022 nog 20% minder naar het werk werd gereisd dan voor corona, met dus een flinke invloed op het woon-werkverkeer.
Verschillen per sector
De ontwikkelingen in thuiswerkgedrag verschillen uiteraard sterk per sector. De volgende grafiek laat de ontwikkeling van het aantal woon-werkreisdagen per sector zien. De sectoren met lage thuiswerkaandelen zijn daarin gebundeld (landbouw, industrie, bouwnijverheid, handel, horeca, vervoer, onderwijs, gezondheids- en welzijnszorg en overige dienstverlening). In het openbaar bestuur en de financiële dienstverlening werd en wordt het meest thuisgewerkt, gevolgd door ICT en nutsbedrijven.
Regionale verschillen
De verschillen tussen de sectoren vertalen zich naar duidelijke regionale verschillen met betrekking tot de toename in thuiswerken en de gerelateerde impact op mobiliteit. In de provincies Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en Noord-Brabant is de corona-thuiswerkimpact het grootst, met tot wel 24% afname in het gemiddeld aantal woon-werkreisdagen per week. In Groningen is de afname in woon-werkreisdagen met 14% het laagst, wat alsnog een behoorlijke impact betekent op de woon-werkmobiliteit. In Utrecht is de afname relatief klein, omdat in deze provincie voor corona al significant meer werd thuisgewerkt dan in andere provincies.
Verkeersimpact
Ondanks deze grote ontwikkelingen in woon-werkreisgedrag zijn er toch weer dagelijks files te zien op de wegen, rond het niveau van voor corona. Enerzijds is dit te wijten aan algemene groei van het verkeer, anderzijds doordat het gemiddeld aantal reisdagen niet de enige factor is die de uiteindelijke impact op het (woon-werk-)verkeer bepaalt. Een evenredige spreiding over de week is van groot belang en dat lijkt vooralsnog niet overal te lukken. De verschillen tussen de weekdagen zijn toegenomen, waarbij op vrijdag meer wordt thuisgewerkt en minder wordt gereisd en dinsdag en donderdag minder wordt thuisgewerkt en meer naar het werk wordt gereisd dan gemiddeld. Dit is niet wenselijk voor een efficiënte benutting van de infrastructuur en kan zodoende alsnog zorgen voor congestievorming.
Een jaar na corona: zijn we terug bij af?
Door de teruggekeerde dagelijkse files rijst de vraag: zijn we terug bij af? Nee. Corona heeft een grote impact gehad op hoe er gewerkt wordt en dat is nog steeds zichtbaar. Het aantal werknemers dat af en toe thuiswerkt lijkt structureel te zijn gestegen met 60% ten opzichte van voor corona. Het gemiddeld aandeel thuiswerkdagen lag in oktober 2022 nog 90% hoger dan voor corona, wat zich vertaalt in 20% afname van het aantal woon-werkreisdagen. Het aantal thuiswerkdagen per week lijkt echter nog niet stabiel en de vraag is of en hoeveel dit nog verder daalt.
Er is nog wél werk aan de winkel. De impact van het thuiswerken kan worden vergroot door te zoeken naar manieren om spreiding over de week te bevorderen. Belangrijk is om de komende tijd beter zicht te krijgen op dit spreidingsprobleem en de – wellicht averechtse – effecten van thuiswerken beter in kaart te brengen. Daarnaast zouden we meer moeten weten over de onderliggende factoren bij zowel werknemers als werkgevers die deze wekelijkse pieken veroorzaken om te werken aan tools die hierin kunnen sturen.