Onderzoek P+R-terreinen op de Zaancorridor

Context

Veel bruggen en tunnels In Zuid-Holland zijn meer dan 50 jaar oud en door het intensieve gebruik van de afgelopen decennia toe aan vervanging of renovatie. Daarom voeren wegbeheerders zoals Rijkswaterstaat, de provincie en verschillende gemeenten in de komende jaren aan veel van deze zogenoemde kunstwerken werkzaamheden uit.

Om het werk aan deze bruggen en tunnels veilig te kunnen uitvoeren zullen de wegen die er over- of doorheen lopen afgesloten moeten worden. De wegafsluitingen kunnen voor kortere of langere tijd zijn en de weg kan geheel of gedeeltelijk afgesloten worden. Afhankelijk van de gekozen werkwijze leveren de wegwerkzaamheden meer of minder hinder op voor het verkeer.

Dit onderzoek gaat over de samenhang tussen de P+R-terreinen op de Zaancorridor, de spoorlijn tussen Heerhugowaard en Amsterdam. Aanleiding is het vermoeden dat de stations langs de Zaancorridor op gebied van parkeren onderling afhankelijk zijn van elkaar. Dit wil zeggen dat ruimtelijke ontwikkelingen rond of ingrepen op één van de P+R-terreinen op de Zaancorridor gevolgen kunnen hebben voor het gebruik van een P+R ergens anders op de Zaancorridor. Centraal staan de vragen of er samenhang bestaat tussen terreinen op de Zaancorridor, tussen welke P+R-terreinen dit het geval is en wat ontwikkelingen in ruimtelijke ordening, mobiliteit en parkeerbeleid voor effect hebben op de bezetting van deze P+R-terreinen.

Werkwijze

De samenhang is onderzocht door middel van een parkeerdrukmeting, enquête en analyse van de herkomst van parkeerders op de P+R-terreinen op de Zaancorridor. Op basis van de geconstateerde samenhang bepaalden we ook de toekomstige parkeerbehoefte op de P+R-terreinen. Dit is gedaan

Door middel van een autonome prognose voor 2040, waarin ruimtelijke ontwikkelingen, trends in mobiliteit en het keuzegedrag van P+R-gebruikers zijn gemodelleerd.

Ook ontwikkelden we een onderzoeksvariant voor 2040, waarin aan de autonome prognoses een aantal hypothetische beleidsopties zijn toegevoegd.

Onderzoek P+R-terreinen op de Zaancorridor

Resultaat

  • Samenhang: Het onderzoek constateert samenhang in het gebruik van P+R-locaties langs de Zaancorridor in de regio Alkmaar, Castricum-Uitgeest en de gemeente Zaanstad. Deze samenhang is lokaal van aard en vereist verschillende strategieën voor sturing. Ruimtelijke ontwikkelingen, veranderingen in parkeercapaciteit en -regels, en de kwaliteit van het openbaar vervoer beïnvloeden deze samenhang. De keuze voor een P+R-terrein wordt beïnvloed door nabijheid, beschikbaarheid van parkeerplaatsen en de kwaliteit van het openbaar vervoer. Verbeteringen in het OV-aanbod, parkeercapaciteit en vindbaarheid vergroten de aantrekkelijkheid van P+R-locaties.
  • Toekomstbeeld: de autonome prognose voorspelt een groei van 18% in het gebruik van P+R-terreinen op de Zaancorridor tussen 2023 en 2040, met vijf locaties die hun maximale capaciteit bereiken. In een onderzoeksvariant met beleidsopties (sluiting P+R’s, verplaatsing van capaciteit) wordt verwacht dat de parkeercapaciteit en het gebruik zullen afnemen, wat resulteert in een grotere latente vraag naar parkeerplekken.
  • Aanbevelingen: Het onderzoek beveelt aan om de impact van ruimtelijke ontwikkelingen en veranderingen in parkeercapaciteit op de samenhangende P+R-locaties verder te onderzoeken. Het verbeteren van P+R-terreinen om de verschuiving van autovervoer naar het openbaar vervoer te bevorderen, samen met ontmoedigend parkeerbeleid in de omgeving, wordt aanbevolen. Het waarborgen van de capaciteit en frequentie van treinverbindingen op de Zaancorridor is essentieel om de verwachte groei te ondersteunen. Aanvullende maatregelen, zoals verbeteringen in de fietsinfrastructuur en fietsparkeervoorzieningen bij P+R-locaties, kunnen de reiservaring verder verbeteren en bijdragen aan mobiliteitsdoelstellingen.

 

Meer informatie over dit onderwerp?

Neem contact op met Paul Plazier

Contact opnemen

Delen

Vragen? Wij komen graag met u in contact!