Het Landelijk Reizigersonderzoek 2021

Context

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt elke dag aan het verbeteren van de infrastructuur en duurzaamheid van Nederland. Het beter benutten van de huidige infrastructuur staat hierbij centraal en het ministerie zet in het hele land verschillende maatregelen in om mobiliteitsgedrag te beïnvloeden voor slimme en duurzame mobiliteit van reizigers. Het ministerie vraagt sinds 2019 aan MuConsult om trends en effecten van die landelijke maatregelen op het reisgedrag inzichtelijk te krijgen in het Landelijk Reizigersonderzoek 2021 (LRO).

Het LRO vraagt reizigers naar het reisgedrag (2022) en achteraf naar het reisgedrag in het jaar daarvoor, in dit geval dus voor 2021. De resultaten worden vergeleken met eerdere jaren van het LRO.

Werkwijze

Het Landelijk Reizigersonderzoek 2021 werd net als andere jaren onderzocht door middel van een grootschalig enquête-onderzoek onder circa 13.000 respondenten. In deze enquête werden ze gevraagd naar hun reisgedrag, waarbij alle motieven voor hun gedrag aan bod kwamen, zoals studie, vrije tijd, bezoek aan familie of vrienden en winkelen aan bod. Er werd specifiek doorgevraagd naar hun woon-werkreizen of juist: het thuiswerken.

Landelijk Reizigersonderzoek 2021Resultaat

Op welke dagen reis je naar welke locatie? Welk vervoermiddel gebruik je daarbij? Waarom kies je juist wel of niet voor de fiets, auto of het OV? En hoe bevalt het thuiswerken? Deze en meer vragen kwamen aan bod. Al deze inzichten werden allereerst uitgewerkt in een aantal beschrijvende analyses die antwoord gaven op de vragen: hoe is het reisgedrag van Nederland op dit moment? Verschilt dit per sector of regio? En hoe is dat ten opzichte van de afgelopen jaren? Ten tweede werden al deze in zichten gebundeld in een verklarende regressieanalyse. Op basis hiervan is bepaald welke veranderingen in o.a. werk-, woon- reis- of andere omstandigheden effect op de woon-werkmobiliteit met auto, OV of fiets hebben gehad.

Een aantal conclusies uit het onderzoek:

  • In oktober 2022 zijn, volgens de deelnemers aan het onderzoek, ruim 4 miljoen autoritten per week meer gemaakt voor woon-werkverkeer dan in oktober 2021. Hoewel dit een behoorlijke stijging is, zijn we nog niet terug op het niveau van pre-corona (2019).
  • Ook het aantal OV-ritten voor woon-werkverkeer is in 2022 toegenomen, met ruim 1 miljoen ritten per week. Vooral specifieke OV redenen spelen een rol.
  • Het aantal fietsritten is volgens de deelnemers aan het onderzoek met ruim 2 miljoen per week toegenomen t.o.v. 2021 en deze toename is naast een toename in het aantal werkdagen met name toe te schrijven aan specifieke redenen om de fiets te gebruiken en niet de auto of het OV.

Doorrekeningen naar bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid

De toename in de woon-werk mobiliteit (auto, OV en fiets) hebben we doorgerekend naar effecten hiervan op bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Hieruit blijkt dat:

  • We schatten in dat de waargenomen ontwikkeling in de voertuigverliesuren op het hoofdwegennet (-20% in heel 2022 t.o.v. 2019) voor 75% tot 100% het gevolg is van ontwikkelingen in de woon-werkmobiliteit.
  • De totale uitstoot van alle vervoermiddelen in het woon-werkverkeer in 2022 ten opzichte van hetgeen in 2021 is gemeten, is iets afgenomen (met -8%).
  • Het aandeel mensen dat voldoet aan de beweegnorm is toegenomen. Doordat in 2022 gemiddeld nog altijd minder dagen in de week naar het werk wordt gefietst, is het aandeel nog wel lager dan in 2019.
  • Deze ontwikkeling in de woon-werkmobiliteit heeft geleid tot een (ingeschat) hoger aantal gewonden in het woon-werkverkeer in 2022. Deze toename is mede het gevolg van een stijging van de risicocijfers (aantal gewonden per miljard kilometer) bij auto en fiets.

Rapport downloaden

Landelijk Reizigersonderzoek 2021.

Meer informatie over dit onderwerp?

Neem contact op met Juliët van Drumpt

Contact opnemen

Meer informatie over dit onderwerp?

Neem contact op met Rinus Haaijer

Contact opnemen

Delen

Vragen? Wij komen graag met u in contact!