Belevingsonderzoek BTM haltes

Context

In mei 2022 publiceerde de Rijksoverheid Actieagenda OV-knooppunten. Het doel van deze Actie-agenda is om te zorgen voor OV-knooppunten van wereldklasse door de integrale aanpak van OV-knooppunten te versnellen en besluitvorming op regionaal en nationaal niveau te verbeteren. Een van de acties uit de Actieagenda is het laten uitvoeren van een onderzoek naar de beleving van gebruikers op bus-, tram- en metro (BTM)-knooppunten.  

 Voor de treinstations bestaat de jaarlijkse Stationsbelevingsmonitor. Het is belangrijk om op landelijk niveau ook voor bus-, tram- en metroknooppunten (BTM-knooppunten) vergelijkbare resultaten te hebben. 

Concreet gaat het om de ontwikkeling van een instrument dat bij de (door)ontwikkeling van BTM-knooppunten (als voorbeeld van een OV-knooppunt) gebruikt kan worden om de beleving en waardering voor deze knooppunten inzichtelijk te maken. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft MuConsult gevraagd om dit instrument te ontwikkelen. 

Werkwijze

Om de beleving te meten maakten we gebruik van drie verschillende methodes:  

A.    een vragenlijst afgenomen door veldwerkers op locatie  

B.    een volledig online vragenlijst ingevuld door de respondent zelf, naar aanleiding van       uitgedeelde flyers 

C.    een korte vragenlijst afgenomen door veldwerkers op locatie en het resterende deel online ingevuld door de respondent (demi-interview).  

Het onderzoek is uitgevoerd op zeven verschillende BTM-knooppunten verspreid door Nederland.  

Onderzoek BTM haltes

Resultaat

Voor elk van de methodes beschreven we de ervaringen. Op basis van het onderzoek is er een handreiking met 12 stappen opgesteld voor onderzoek naar de beleving en waardering van BTM-knooppunten. De belangrijkste punten hieruit zijn:  

 

  •   De combinatie van methode A en B zijn een goede aanvulling op elkaar, doordat er met flyeren gemakkelijk een grote groep mensen bereikt kan worden. De gemiddelde leeftijd in deze eerste groep lag relatief laag. Het samen invullen kan gedaan worden als er meer tijd is of mensen het liever gelijk doen. Hier was de gemiddelde leeftijd relatief hoog.
  • Methode C zorgt voor een zeer lage respons. Mensen blijken zeer beperkt geneigd het onderzoek later zelfstandig af te ronden.   
  • Methode A is minder geschikt voor het stellen van persoonlijke vragen, zoals over het gevoel van veiligheid op diverse plekken. Respondenten voelden niet prettig om deze vragen te beantwoorden in het bijzijn van de enquêteur.
  • Zorg ervoor dat de vragenlijst in meerdere talen beschikbaar is. Een Engelse versie van de vragenlijst zou het grootste deel van de niet-Nederlandstaligen al kunnen helpen.  
  • Sommige ouderen gaven aan geen emailadres of internet te hebben of gaven aan niet te snappen hoe ze het zelf konden invullen  
  • Het weer leek soms van invloed te zijn op de antwoorden van de respondenten, bijvoorbeeld dat slechter weer de respondenten kritischer na lieten denken over de mate waarin er geschuild kon worden op het knooppunt.  
  • Respondenten vonden het lastig voor te stellen hoe een perfect knooppunt eruit zou moeten zien en vonden het daardoor moeilijk om sommige vragen goed te beantwoorden. 

Externe links:

Informatie over de Actieagenda OV-knooppunten en het Belevingsonderzoek BTM haltes op rijksoverheid.nl

Meer informatie over dit onderwerp?

Neem contact op met Jaap Systma

Contact opnemen

Meer informatie over dit onderwerp?

Neem contact op met Michiel Brantjes

Contact opnemen

Delen

Vragen? Wij komen graag met u in contact!